Een dag uit het leven van...
Algemene informatieMet Riksja maak je een rondreis door Peru op de manier die wij zelf ook het leukst vinden; een manier waarop je echt een nieuw land en een bijzondere levenswijze leert kennen. En wie kan je hier meer over leren dan de Peruaan zelf? Wanneer we te gast zijn in zijn land, willen we dan ook graag weten wat voor hem of haar belangrijk is.
In Cusco kwamen we de 40- jarige taxichauffeur Juan tegen. Hij kwam ons ophalen bij het hotel in San Blas, een sfeervolle en authentieke wijk van Cusco. Ondanks dat Juan een paar tanden mist begroet hij ons met een grote glimlach. De rozenkransen rondom zijn achteruitkijk-spiegel bungelen vrolijk mee met de krakende klanken uit de radio van zijn oude Suzuki. Over het hele dashboard staan poppetjes of zijn stickers geplakt van Jezus en Maria. Het Katholieke geloof staat, naast de familie, op nummer één voor de Peruaan. Juan blijft hopen en geloven dat hij op een dag geen taxi-chauffeur meer hoeft te zijn. Optimistische toekomstwensen hoor je vaak uit de mond van een Peruaan.
We gaan naar de centrale markt. Voor Juan is het ook lunchtijd en hij vraagt ons met hem mee te gaan naar zijn vrouw Lorena. Zij werkt op de markt en verkoopt ‘Pollo frito con arroz, papas y ensalada’, een traditionele maaltijd van Peru. Lorena is druk met het schillen van aardappels, komkommers en tomaten, want de bankjes voor haar kraam beginnen vol te raken. Op haar rug draagt ze hun jongste zoontje in een gekleurde, traditionele doek en op de grond zitten haar zoon en dochter met een maiskolf in de handen. Alle vrouwen van de kraampjes staan druk te zwaaien met een krant om maar bij hun aan te schuiven. Je gaat op je gevoel af en niet op het menu, iedereen verkoopt hetzelfde.
De Peruanen houden erg van eten. Veel is gemaakt van aardappel, hier hebben ze wel honderden soorten van. Een plek als de markt, overbelichte ‘restaurantjes’ of een tentje op straat zijn dan ook goede plekken om de lokale bevolking te leren kennen en hun traditionele gerechten te proberen. Gefrituurde kip, causa, choclo en cheviche zijn hier goede voorbeelden van. Alles wordt op een bord geschept en met je handen eten is geen probleem. Juan gaat terug naar zijn taxi, hij weet dat er op het vliegveld weer vluchten zullen landen vanuit Lima.
Ondertussen is de kraam van Lorena weer leeg. Jose van 5 en Sofia van 7 gaan de straat op. Gekleed in gekleurde, traditionele kledij lopen ze door de straten van Cusco met een lammetje onder de arm en een lama aan een touw. Op deze manier proberen ze geld te verdienen bij de toeristen, die maar wat graag op de foto willen met ze. Naar school gaan ze in de ochtend, zodat ze ook leren voor de toekomst en hier iets mee kunnen doen. Jose wil graag dokter worden en Sofia actrice, optimistische toekomstdromen.
De Peruaanse keuken, familie en geloof
Zoals is gebleken uit het verhaal van Juan en Lorena is eten, familie en geloof ontzettend belangrijk in het dagelijkse leven van de Peruaan. De belangrijkste maaltijd van de dag is de lunch, ofwel ‘almuerzo’. De Peruaan ‘moet roeien met de riemen die hij heeft’ en heeft niet veel te besteden. Maaltijden bestaan dan ook uit ingrediënten die ze zelf kunnen verbouwen of goedkoop zijn.
Geloof speelt constant een rol en hier wordt met veel respect mee omgegaan. Doordat de Peruaan niet zoveel bezit blijven ze hopen en geloven in God. Hun leven bestaat eigenlijk dagelijks uit overleven en het bij elkaar sprokkelen van een maaltijd. Dit maakt ze soms wat treurig, wat te zien is aan hun geleefde en karakteristieke gezichten. Ondanks alles is de Peruaan erg trots op zijn land en op wat hij bezit, wat vaak niet veel is, ze blijven optimistisch. Zelfs al is er slechts één kippenpoot, delen doen ze graag, deuren staan altijd open en iedereen mag mee-eten. Families wonen meestal met z’n allen bij elkaar en delen een klein huis. Oudere kinderen zorgen voor de kleintjes omdat de ouders vaak zorgen voor het brood op de plank.
Een steentje bijdragen?
Als je naar een verre bestemming reist kom je al snel terecht in een compleet andere cultuur. Je ruikt andere geuren en ziet verschillende gezichten en kleuren op straat. Vaak is het even aftasten hoe je de lokale bevolking het beste kunt benaderen, want overal gelden weer andere omgangsvormen. Waar je in Nederland gerust heel direct tegen elkaar kunt zijn, is de Peruaan een beetje aftastend en bescheiden. Vriendelijk zijn ze zeker en zullen je altijd begroeten. Als ze bijvoorbeeld een antwoord niet weten, zullen ze je dit nooit eerlijk zeggen om je niet teleur te stellen. Ze zijn erg nieuwsgierig naar wie je bent en waar je vandaan komt en zullen altijd proberen een praatje met je te maken.
Mensen in Peru proberen op alle mogelijke manieren geld te verdienen om die dag maar weer hun familie te eten kunnen geven. Het is dan ook leuk om op plaatsen te gaan eten waar veel lokale mensen komen, zoals de markt waar Lorena werkt. Daarnaast zijn er veel mensen die hun zelfgemaakte souvenirs proberen te verkopen en dit uitstallen op straat of bij toeristische attracties. Geef niet ‘zomaar’ geld, maar probeer altijd iets te kopen, daar hebben ze veel meer aan en zorgt er voor dat ze niet om geld gaan bedelen. Afdingen is normaal in Peru, maar houdt het wel schappelijk zodat ze er ook echt wat aan kunnen verdienen. Op de foto gaan met lokale mensen in hun traditionele kleding, zoals Jose en Sofia, komt steeds meer voor. Zet lokale mensen niet ongevraagd op de foto, hierdoor zullen ze zich beledigd voelen. Vraag het gewoon en geef er een kleine fooi voor: zij verdienen op deze manier iets en jij hebt een prachtig plaatje voor je fotoalbum.
Tijd voor een feestje
Een zeer belangrijke dag in Peru is de dag der ‘Allerheiligen’ oftewel ‘Dia de los muertos’, gevierd op 2 november. Tijdens deze dagen worden alle overledenen herdacht. Dit gaat gepaard met een bezoek aan het kerkhof. De graven worden versierd met bloemen en kaarsjes worden aangestoken. Het lievelingseten en -drinken van de overlevende wordt meegebracht en op het graf gelegd en er worden speciale broodjes in de vorm van kleine kindjes gegeten, genaamd t’antawawas. Het is een nationale feestdag en mensen gaan, na het bezoek aan hun overleden dierbaren, de straat op om het samen te vieren. Muziek en dans zijn, net als bij elke festiviteit, zeer belangrijk. Vaak blijven ze ’s nachts bij het graf van de overledene of bij een zelfgemaakt altaar in huis om de overlevende te herdenken, bij de feestelijkheden te betrekken en te offeren.