Wat zijn de top bezienswaardigheden tijdens een rondreis door Indonesië?

Dieprode vacht, lange armen en een blik die blijft hangen, de orang-oetan zie je hier nog in het wild. Vanuit het dorp Bukit Lawang trek je met een gids het Gunung Leuser National Park in, een van de laatste leefgebieden van deze bedreigde mensaap. Terwijl je over smalle junglepaden klimt en daalt, speur je de boomtoppen af. Soms zie je er een boven je hoofd slingeren, soms hoor je alleen het ritselen van bladeren. Je slaapt aan de rand van de jungle, waar de geluiden van krekels en de rivierstroming je vanzelf thuis doen voelen in het woud.

Net buiten Yogyakarta rijzen ze op uit het landschap: Borobudur, het grootste boeddhistische heiligdom ter wereld, en het hindoeïstische tempelcomplex Prambanan. Borobudur bezoek je het liefst in de vroege ochtend, wanneer de mist nog tussen de stoepa’s hangt en de zon langzaam omhoog klimt. Prambanan is ruiger, met hoge spitsen en reliëfs vol goden. Beide complexen geven je het gevoel even in een andere tijd te zijn gestapt.

In het donker stap je in een jeep en hobbel je over een zwarte zandvlakte richting het uitzichtpunt. Terwijl de lucht lichter wordt, zie je Mount Bromo langzaam opdoemen uit de nevel, met de rokende krater in het midden. Na zonsopkomst rij je naar de voet van de vulkaan en klim je via trappen omhoog. De geur van zwavel hangt in de lucht en het uitzicht vanaf de kraterrand is rauw en indrukwekkend.

Bali is meer dan strand alleen. In het binnenland wandel je tussen glinsterende rijstvelden, dorpen vol offermandjes en tempels met uitgesleten poorten. Je slaapt op een rustige plek midden in het groen, in een kleinschalige accommodatie met uitzicht op de sawa’s. Met een gids klim je naar de top van Mount Batur of neem je een duik in een waterval midden in het regenwoud. Aan het eind van de dag wacht een Balinese curry en een ijskoude Bintang.

De Rinjani is geen wandelingetje, maar wel een van de indrukwekkendste tochten van Indonesië. In twee dagen klim je naar de kraterrand van de actieve vulkaan, op 2.600 meter hoogte. Onder je ligt het turkooizen kratermeer met een kleinere vulkaankegel erin. Je slaapt in een tent op de berg, met uitzicht op de sterrenhemel en Bali in de verte. De paden zijn steil en stoffig, maar het gevoel dat je op de rand van een vulkaan staat maakt alles goed.

Tussen Flores en Sumbawa ligt een eilandengroep waar de natuur nog ruig en onaangetast voelt. Tijdens een boottour vaar je van eiland naar eiland, slaapt aan dek onder de sterren en stopt om te snorkelen boven mantaroggen en kleurrijke koraalriffen. Je legt aan bij verlaten stranden en vaart langs kalkstenen kliffen. Op Komodo maak je een korte wandeling met een ranger, op zoek naar de prehistorische komodovaraan. Eenvoudig, avontuurlijk en het ultieme eilandgevoel.

In de groene heuvels van Zuid-Sulawesi woont het Toraja-volk, bekend om hun unieke huizen en eeuwenoude rituelen rond de dood. Je reist via slingerwegen naar hun dorpjes, waar houten huizen met zadelvormige daken uit het landschap steken. Met een gids bezoek je graftombes in rotswanden en begrafenisceremonies waar buffels een hoofdrol spelen. Het voelt als een andere wereld, diep geworteld in tradities die nog steeds springlevend zijn.