
Wat zijn de beste routes voor een rondreis door Thailand?
BlogStart je reis in Bangkok

Je begint je reis in Bangkok. Drie dagen geeft je genoeg tijd om bij te komen van je vlucht én om de stad op een ontspannen tempo te verkennen. Vaar met een longtailboot over de Chao Phraya en laat je verrassen door de tempels, straatjes en markten. Wandel door Lumpini Park, waar varanen tussen de menigte door kruipen, en duik een van de megagrote shoppingmalls in voor karaoke of gewoon een airco-break. ’s Avonds strijk je neer op een rooftopbar en zie je de stad oplichten. Wil je iets bijzonders buiten de stad doen? De Drakentempel (Wat Samphran) ligt net buiten Bangkok en is makkelijk te bereiken met een taxi of Grab.
River Kwai, natuur en geschiedenis

Na het stadsleven trek je de natuur in, richting Kanchanaburi. Hier draait het om wat rustiger reizen, maar ook om indrukwekkende verhalen. Je bezoekt de brug over de River Kwai en leert meer over de geschiedenis van de Death Railway in het oorlogsmuseum. De volgende dag wandel je langs turquoise watervallen in het Erawan National Park. Dit is een van de mooiste natuurparken van Thailand, met helderblauw water en groene jungle om je heen. Na twee dagen in Kanchanaburi reis je terug naar Bangkok en stap je ’s avonds op de nachttrein richting het noorden.
Chiang Mai, relaxed en cultureel

De volgende ochtend kom je aan in Chiang Mai, dé stad van tempels, streetfood en een relaxte sfeer. Hier neem je het tempo vanzelf wat terug. Wandel door het oude centrum, bezoek een avondmarkt en proef curry’s, noedels en vers fruit van plastic krukjes. Zin om actief te zijn? Huur een fiets of scooter en ontdek de groene omgeving rondom de stad.
Onze favoriet: de zwevende pagodes van Wat Chaloem Phra Kiat, op een paar uur rijden ten zuiden van de stad. Bizar mooi en nog relatief onbekend.
Mae Hong Son Loop, zelf rijden door de bergen

Vanuit Chiang Mai stap je in je eigen huurauto en rijd je de Mae Hong Son Loop in drie dagen. Via slingerwegen langs rijstvelden, mistige bergen en kleine dorpjes reis je via Pai en Soppong naar het gelijknamige Mae Hong Son. Je komt onderweg veel uitzichtpunten, hotsprings en bergdorpjes tegen waar de tijd lijkt stil te staan. Op dag drie rijd je terug naar Chiang Mai, waar je de auto weer inlevert.
Khao Sok, slapen op het water

Vanaf Chiang Mai vlieg je naar het zuiden, bijvoorbeeld op Surat Thani of Krabi. Vanaf daar reis je door naar het Khao Sok National Park, een van de mooiste junglegebieden van het land. Je slaapt in een drijvende hut op het Ratchaprapha meer of tussen de bomen in een boomhut. Overdag maak je een boottocht of wandel je met een gids door de jungle. Met wat geluk zie je apen, neushoornvogels of zelfs een slang. Spannend? Ja. Maar vooral heel bijzonder.
Eilanden, afsluiten met zand tussen je tenen

Na de jungle is het tijd voor strand! Aan de westkust (de Andamanse kant) liggen een paar van onze favoriete eilanden. Ko Mook en Ko Hai zijn kleine, rustige pareltjes met witte stranden en helder water. Hier snorkel je gewoon vanaf het strand. Ko Lanta is wat groter en levendiger, maar heeft nog steeds dat ontspannen eilandgevoel. Je vindt er gezellige eettentjes, fijne hotels en strandjes waar je bijna niemand tegenkomt.
Na een week niksen (of snorkelen, kajakken en zonsondergangen kijken) vlieg je terug naar Bangkok.
Minder tijd? Zo pas je de route aan

Heb je maar twee weken? Dan kun je deze route makkelijk inkorten. Sla bijvoorbeeld de Mae Hong Son Loop over, of kies tussen Khao Sok óf de River Kwai.
Wil je deze route aanpassen, inkorten of uitbreiden met iets bijzonders dat precies bij je past? Laat het ons weten. Wij kennen Thailand van binnen en van buiten en denken graag met je mee. Geen standaardrondje, maar jouw eigen reis met de hulp van iemand die weet waar je moet zijn, dan plannen we samen jouw Thailandreis.
Wat als je in de zomer reist?

Reis je tussen mei en oktober? Dan zit je in het groene seizoen, oftewel de natte periode in het zuiden.
Geen ramp, maar de westkust-eilanden zijn dan minder goed bereikbaar. In plaats daarvan kun je beter kiezen voor de oostkust. Ko Phangan is groen en rustig, met maanvormige stranden en watervallen. Ko Tao is perfect voor snorkelen (met een beetje geluk spot je een walvishaai), en Ko Samui is wat drukker, maar een goede uitvalsbasis.
Nog meer inspiratie opdoen? Lees meer reisblogs:

Bekijk onze Thailand-rondreizen en bouwstenen
