Peru-, Chili- en Bolivia-rondreis
Rondreis✓ droogste woestijn ter wereld in Chili met maandlandschappen en geisers
✓ meerdaagse jeeptocht langs gekleurde lagunes en over de Boliviaanse zoutvlakte
✓ sfeervolle steden Arequipa, Cusco en La Paz
✓ homestay op een afgelegen schiereiland bij Titicaca
✓ bezoek wereldwonder Machu Picchu
Dag 1 – Amsterdam – Lima, verblijf
Na je vlucht word je in de aankomsthal opgewacht en naar je hotel gebracht. Je verblijft in de wijk Miraflores, een groene buitenwijk aan de kust met verspreid liggende hotels, bars en restaurantjes. Onze hotels hier zijn posadas, typisch Peruaanse accommodaties. We hebben ze uitgekozen op sfeer en ligging.
’s Avonds kun je gaan eten bij Las Tejas in Miraflores. De ‘ceviche’ hier is een smakelijke introductie in het steeds bekender wordende culinair Peru.
Dag 2 – Lima – Paracas
Reistijd: circa 4 uur
‘s Morgens heb je nog vrij in Lima. Rond het middaguur word je bij je hotel opgehaald en naar het busstation gebracht, zodat je niet in de drukke terminal hoeft te zoeken waar je bus vertrekt. Een Royal Class bus brengt je in ongeveer vier uur naar Ica. Je zult merken dat het reizen per bus snel went en comfortabel is, met fijne stoelen, een toilet en airco. De weg loopt parallel aan de kust waar een groot deel van het jaar de garúa, een typisch Peruaanse mist hangt. Als deze optrekt zie je dat de zeewind de rotsen heeft afgesleten tot een droge woestenij met maar weinig begroeiing.
Bij aankomst in het vissersplaatsje Paracas neem je een taxi naar je hotel wat op een paar honderd meter van het stadsstrandje verwijderd is. De comfortabele kamers liggen verdeeld over verschillende bungalows in de tuin. Paracas is een kleine, maar populaire badplaats. In het weekend en rond de feestdagen kan het er druk zijn. Wij raden je aan om er ceviche te eten, een lokale specialiteit van vis gegaard in citroensap. Je hebt de middag om rond te struinen door het plaatsje en nog een beetje te wennen aan het Peruaanse ritme.
Dag 3 – Excursie Islas Ballestas – Huacachina
Na het ontbijt neem je een taxi naar de haven. Hier vertrekken de boten met gids voor de ochtendexcursie naar het Reserva Nacional de las Islas Ballestas. Deze eilanden zijn bijzonder door hun uitgesleten rotsformaties (ballesta betekent ‘boog’) maar je gaat er vooral naartoe vanwege het spectaculaire dierenleven.
De boottocht duurt zo’n drie kwartier. Onderweg kom je eerst langs een reusachtige, in de rotsen uitgekerfde afbeelding van een kandelaar – een indrukwekkend voorproefje op de tekeningen die je eventueel later nog bij Nazca vanuit de lucht kan zien. Als je na een half uur de Ballestas eilanden nadert, hoor je al van verre het geblaf van de zeehonden en de onmiskenbaar zure geur vertelt je daarna vanzelf wanneer je écht in de buurt bent! ’s Middags reis je met de bus naar Ica waar je zelf een taxi neemt naar de Oase van Huacachina. Hier overnacht je in een heerlijk ‘getting-away-from-it-all’ hotel met zwembad.
Dag 4 – Ica – Arequipa
Reistijd: circa 8 uur
Er zijn verschillende leuke manieren om de dag in te vullen. De bekendste wijnhuizen van Peru liggen hier. Per taxi kun je zelf de haciënda’s bezoeken om de Peruaanse wijnen te proberen. Je kunt ook bij de oase blijven en bijvoorbeeld gaan wandelen langs de lagune of uitrusten bij het zwembad van je hotel. Actiezoekers kunnen een buggy-rit boeken waarbij je over de duinen rondom Huacachina scheurt. Je kunt er ook gaan zandsurfen, een aparte ervaring, ook voor beginners.
Om 19:00 uur wordt het tijd een ’tico-taxi’ te regelen voor het vervoer terug naar het busstation van Ica (circa US $ 1,-). Om 20:00 uur vertrek je vanuit Ica met de gereserveerde Royal Class nachtbus naar Arequipa. We reserveren op deze bus goede stoelen die je kunt omvormen tot bed.
Dag 5 – Aankomst Arequipa
Als je ’s morgens rond de klok van zes uur aankomt, staan er genoeg taxi’s te wachten die je naar het hotel kunnen brengen. Je slaapt in een hosteria met romantische bloementuin en uitzicht op de omliggende vulkanen. Het lijkt wel altijd lente in de Peruaanse stad Arequipa. Gelegen op 2300 meter schijnt de zon er bijna altijd en de temperatuur overdag ligt tussen de 20° en 25°C. Dat maakt het al een aangename tussenstop om te wennen aan de hoogte voordat je echt de Andesbergen ingaat. De belangrijkste bezienswaardigheid in de stad is het klooster van Santa Catalina: een stad in een stad. Je loopt door een labyrint van nauwe, kronkelige straatjes met hoge, rode of blauwe, muren en kleine binnenplaatsjes. De rest van de dag ben je vrij om de stad een beetje te verkennen. Het klooster bezoek je het beste in de namiddag, bij een laagstaande zon (goed voor prachtige foto’s).
Dag 6 – Arequipa, stadswandeling
Je kunt lopend naar de Plaza de Armas om de dag officieel te beginnen met een kop koffie op een van de balkons aan dit centrale plein.
Omdat er veel te zien is in de stad, hebben we een informatieboekje samengesteld met verschillende stadswandelingen. Zo is er een culturele route of een wandeling waarbij je iets meer meerkrijgt van het dagelijkse leven.
Welke route je ook kiest, stap zeker binnen bij het Santa Catalina klooster. Je loopt er door een labyrint van kronkelige straatjes met hoge rode, blauwe of witte muren. Er zijn kleine binnenplaatsjes, gebedsruimtes en bloementuinen die keurig bijgehouden worden door de nonnen die nog steeds in het klooster wonen.
Dag 7 – Arequipa – Chivay
Reistijd: circa 6 uur
Al heel vroeg word je opgehaald voor de vijf uur durende rit dwars over de Altiplano naar Chivay (bagage die je de komende twee dagen niet nodig hebt kun je achterlaten in het hotel in Arequipa). De eerste paar uur kun je nog dommelend doorbrengen. Dan zul je merken dat de bus behoorlijk stijgt en de vlaktes om je heen steeds weidser en indrukwekkender worden. Je doorkruist het nationale reservaat Salinas y Aguada Blanca, waar je lama’s, alpaca’s en vicuña’s ziet grazen.
Bij aankomst in Chivay ga je in het dorpje op zoek naar een restaurant voor de lunch. Badder in de namiddag in de warme bronnen van La Calera, met uitzicht op de bergtoppen. ’s Avonds gebeuren er in Chivay geen wereldschokkende dingen. Er zijn wat barretjes waar toeristen samen komen.
Dag 8 – Chivay – Cruz del Condor – Arequipa
Reistijd: circa 6 uur
’s Morgens vertrek je weer vroeg naar het uitzichtpunt Cruz del Condor. Onderweg lopen koeien en ezels op de weg en in de dorpjes zie je boerinnen lopen in hun typische kleurrijke kleding. Cruz del Condor is het diepste punt van de Colca canyon. Met 3200 meter diepte vergelijkbaar met de Grand Canyon. Hier leeft de Andes Condor. Je moet geduld en beetje geluk hebben, maar op een rots in de zon met een petje op en een verrekijker in de hand, kun je ze vaak vlak langs je zien vliegen.
Je rijdt de spectaculaire route langs de terrassenvallei terug richting Chivay. Na iedere bocht maakt het uitzicht weer indruk. Je luncht dan nog één keer in Chivay en bereidt je voor op de reis van vijf uur over de Altiplano terug. Aan het eind van de dag kom je aan in Arequipa en word je afgezet bij je hotel, waar je nogmaals overnacht.
Dag 9 – Arequipa – Arica (Chili)
Reistijd: circa 5 uur
Je kunt vanmorgen nog even rustig ontbijten voordat je in een taxi stapt naar het busstation van Arequipa. Daar stap je op de bus naar het grensdorpje Tacna. Na de grensovergang stap je over op een minibusje die je in een uurtje naar het plaatsje Arica brengt. Ook daar neem je weer zelf een taxi naar je hotel. Je verblijft in een leuke bed&breakfast in het centrum niet ver van het strand. Vergeleken bij steden in Peru en Bolivia is Arica erg modern. In de Inca tijd was Arica de doorvoerhaven voor opbrengsten van de rijke zilvermijnen in Bolivia, met name die in Potosí. De Spanjaarden bouwden de haven uit en met karavanen van duizenden muilezels brachten ze het zilver door de Andes naar de haven van Arica. In de namiddag heb je vanaf El Morro viewpoint een mooi uitzicht over de stad en haar omliggende zandduinen.
Dag 10 – Arica + nachtbus naar San Pedro de Atacama
Reistijd: circa 11,5 uur
Tegenwoordig is Arica een moderne stad. Je kunt er aan het strand gaan liggen en in een van de vele restaurantjes lekker vis gaan eten. Ook kun je ervoor kiezen het National Park Lauca te bezoeken. Vooral het uitzicht op de twee besneeuwde vulkanen is spectaculair.
Aan het einde van de dag haal je in Arica je spullen op en stap je op de nachtbus. Eerst rij je via steile kustbergen en dan door de droge Atacama woestijn. Na een overstap in Calama reis je in een uur naar San Pedro de Atacama. De Chileense bussen zijn prima, je stoel gaat naar achter, er is toilet en airconditioning aan boord en de weg is ook goed. ’s Morgens na zonsopkomst kom je aan.
Dag 11 – San Pedro de Atacama
Midden in de Atacama woestijn, de droogste woestijn ter wereld, ligt één van de leukste plaatsjes waar wij ooit waren; San Pedro de Atacama. Je krijgt er het gevoel in een film beland te zijn: de straatjes, de locals, de omgeving, maar vooral de sfeer die er hangt: het is alsof je in een episode van Star Wars bent. Het is een kleine stad met een gezellige sfeer en aan de horizon zie je hoge vulkanen. De meeste huizen in San Pedro zijn gebouwd van adobe, in de zon gedroogde kleiblokken, en vervolgens wit gepleisterd. Zelfs het bijzondere 17e-eeuwse kerkje is ervan gebouwd, in combinatie met houten balken die over grote afstand zijn aangevoerd door de woestijn. Overal vind je restaurantjes en bars, en dat de moderne tijd niet ongemerkt aan San Pedro voorbij gaat zie je aan de enorme hoeveelheid internetcafés. Je bent vandaag vrij om bij te komen van de busreis en de sfeer van het stadje op te snuiven.
Dag 12 – San Pedro de Atacama
Je bent vrij om je ochtend zelf in te delen. Een bezoek aan het antropologische museum Gustavo Paín is zeer de moeite waard; hier liggen vele pre Hispanische vondsten (keramiek, stenen voorwerpen, textiel, metalen). Maak ook een bezoek aan de schatkamer waar sinds 1991 verschillende gouden ambachtsvoorwerpen te bewonderen zijn.
Ben je uitgekeken in het dorp, ga dan op de fiets op zoek naar de ruïnes van een Inca-fort. Of ga wintersporten in de droogste woestijn ter wereld. Huur een sandboard en glijdt van de zandbergen in de Atacama woestijn.
In de namiddag word je opgehaald bij je hotel en ga je in internationaal gezelschap de Atacama woestijn in. Bij de mooiste panorama’s wordt een korte stop gehouden. Neem je camera dus mee. Vervolgens rijd je de Maanvallei binnen (entree ca. $6,-). Het spel van wind, zon, zand, zout en steen heeft hier de meest vreemde creaties achtergelaten. Op de achtergrond staan de Andespieken fier overeind. Zoek een rustig plekje op de top van een heuvel om te genieten van de zonsondergang en de opkomst van de maan. Je omgeving vervormd in magische kleuren rood, paars, groen, blauw. Aan het begin van de avond ben je weer terug in San Pedro.
Dag 13 – Jeeptour naar Laguna Colorada (Bolivia)
Vandaag word je opgehaald voor een vroeg vertrek en word je naar de grens met Bolivia gebracht, waar je overstapt op terreinwagens. Hiermee trek je de komende drie dagen op een hoogte van ongeveer 4000 meter door een indrukwekkend landschap van besneeuwde vulkaantoppen, uitgestrekte vlaktes, groen en rood gekleurde meren en kleine nederzettingen.
Regelmatig wordt gestopt om een korte wandeling te maken of om een van de mooie plekken uitgebreid te verkennen. Het eten wordt onderweg voor je klaargemaakt. Zorg ervoor dat je warme kleren en een goede slaapzak meeneemt, want het kan met name in onze zomermaanden stevig vriezen.
Na de grensovergang van Chili naar Bolivia (entree National Park ter plaatse te betalen US$ 22 pp) reis je naar Laguna Verde, blauwgroen gekleurd dankzij het hoge mineraalgehalte in het water. Je ziet ’s werelds hoogstgelegen geisers (4300 m). Je kunt in de koude berglucht een warm bad nemen en als je eenmaal in het 38ºC warme water ligt. Heerlijk! Het enige nadeel is dat je er ook weer een keer uit moet. Tot slot ga je naar de roze Laguna Colorada met de meest roze flamingo’s die je ooit gezien hebt.
De rij-afstanden per dag zijn niet groot, maar door de slechte weg ben je het grootste deel van de dag onderweg. Je slaapt in eenvoudige slaapzalen met stapelbedden.
Dag 14 – Jeeptour: Laguna Colorada – San Juan
De tweede dag van de tour: nadat de jerrycans met brandstof, gasflessen om te koken en het eten wat over is weer op het dak van de jeep is geladen, vervolg je rond acht à negen uur je reis via de Siloli-woestijn naar een enorme zandvlakte. Natuurlijk wordt onderweg gestopt bij de stenen boom, bij allerlei grillige rotsformaties en een plek waar de viscacha’s (bergkonijnen) op je komst rekenen.
Je overnacht in San Juan in eenvoudige drie- en vierpersoonskamers en kunt genieten van een unieke zonsondergang. Hoewel de overnachtingen naar onze maatstaven alles behalve luxueus zijn, wordt dit ruimschoots gecompenseerd door de unieke locatie en de sfeer van het gebied.
Dag 15 – San Juan – Uyuni – La Paz
Reistijd: circa 10 uur
Vanuit San Juan gaat de derde dag van je jeeptour naar het uitgestrekte zoutmeer Salar de Uyuni. De zoutvlakte is ontstaan door het opdrogen van een meer en heeft een oppervlakte van maar liefst 12.000 km². De zouten en mineralen konden niet via een rivier naar de oceaan stromen en sloegen neer, waardoor het nu een immens witte, surrealistische vlakte is.
El Salar de Uyuni is een paradijs voor liefhebbers van fotografie. De lucht is vaak knalblauw door de droge ijle lucht. Je hebt een goede zonnebril nodig omdat de zon fel reflecteert op het spierwitte zout. De jeepchauffeur rijdt lukraak over de zoutvlakte want er is geen weg. Je legt veel kilometers af en toch lijkt het alsof je niet vooruit komt met de hoge Andes pieken en slapende vulkanen als constante achtergrond.
Rond het middaguur kom je aan bij Isla Pescadores, een klein rotsachtig eiland dat verlaten in het midden van de zoutvlakte ligt (entree ter plaatse te betalen: US$ 2 pp). Op het eiland groeien lange smalle cactussen en leven veel viscacha’s.
Na de wandeling lunch je op het eiland en vervolgens rijd je via het zouthotel (een hotel geheel opgetrokken uit zoutblokken) naar Colchani. In dit dorpje kun je zien hoe het zout wordt bewerkt en verpakt om te worden verhandeld. Na nog een half uur rijden kom je in de namiddag aan in Uyuni, het eindpunt van deze onvergetelijke driedaagse jeeptocht. Hiervandaan vertrek je met de nachtbus naar La Paz.
Dag 16 – La Paz, vrij verblijf
Zodra je ’s morgens aankomt in La Paz voel je dat je op een bijzondere plaats bent aangekomen. De stad ligt op 4000 meter hoogte in een steile kloof omgeven door besneeuwde Andestoppen die de stad beschutten tegen de Altiplano-wind.
Het zonnige klimaat in de stad, de bolhoedjes in de straat, de koloniale kerkjes en de kleurrijke indianenmarkten zijn helemaal Bolivia. Bij aankomst op het busstation regel je zelf een transfer die je naar het hotel brengt. Je verblijft in een koloniale hosteria in het centrum van La Paz. Het centrum is vrij compact, maar de straatjes kunnen steil zijn. Je bent op loopafstand van de Heksenmarkt en de centrale San Francisco kathedraal. De receptie geeft tips over leuke wandelroutes in de stad.
Dag 17 – La Paz, markten en panfluit wandeling
Vanmorgen komt de gids je rond negen uur ophalen en laat hij je per kabelbaan de mooiste uitzichten van noord en centraal La Paz zien. Vervolgens neemt hij je mee in de wirwar van straatjes en pleintjes naar plekken waar je zelf niet gemakkelijk komt. Je bezoekt de verschillende markten terwijl je naar het centrum wandelt. Je loopt over de vlees- en fruitmarkt en straatjes met gekleurde stoffen. Je leert waar de bontgekleurde draagdoeken voor gebruikt worden. Ook zie je waar de souvenirverkopers hun inkopen doen. Slechts enkele straten verwijderd van het toeristische centrum worden grote balen mutsen, truien en poncho’s van alpacawol, natuurlijk voor een veel gunstigere prijs, ingekocht.
In het oudste straatje van La Paz bezoek je het muziek instrumenten museum met onder andere panfluiten en het bekende gitaartje.
Dan vervolg je de wandeling, onderwerp proef je de Boliviaanse empanada, naar de heksenmarkt; een straatje waar naast gebreide mutsen met lamamotief en andere souvenirs, ook lama-foetussen worden verkocht. Volgens de bijgelovige Bolivianen brengen ze geluk… Hier wordt je toekomst voorspeld door één van de sjamanen door middel van het lezen van cocabladeren. Hier is ook het cocamuseum. We raden je aan er even binnen te lopen. Hier krijg je uitleg over de achtergronden van cocabladeren. Hier eindigt je tour en neem je afscheid van je gids.
’s Middags gingen wij nog naar ‘Valle de la Luna’: de Maanvallei. Het ligt in een buitenwijk van La Paz waar je met een taxi naartoe kunt. In een uurtje ben je er doorheen gewandeld. Het landschap van geërodeerde rotsen doet denken aan een maanlandschap.
Dag 18 – La Paz – Puno (Peru)
Reistijd: circa 5 uur
Je reist in vier uur naar Copacabana. Al snel nadat je La Paz uitrijdt zie je het Titicacameer liggen, totaal zo’n 175 km lang en 45 km breed. Halverwege de rit moet de bus een zijtak van het meer oversteken, maar er is geen brug. De bus gaat op een soort vlot en de passagiers zelf worden in kleine bootjes naar de overkant gebracht. In Copacabana stopt de bus een uur of twee zodat je even je benen kunt strekken en kunt lunchen: aan het Titicacameer vis eten in het zonnetje, onder genot van een verse papaya-shake, dat heeft wel wat. Na de lunch rijdt de bus naar de grens, waar je over een brug Peru in wandelt. De Peruaanse bus staat al te wachten.
Zo’n 3,5 uur later bij aankomst in Puno valt op dat de stad letterlijk en figuurlijk een bepaalde frisheid uitstraalt. Puno is een universiteitsstad met festivals, markten, restaurantjes en barretjes maar heeft toch ook wat weg van een groot dorp. Veel auto’s zie je er niet, karren en riksja’s zie je hier des te meer. Je wordt bij je hotel in Puno afgezet.
Dag 19 – Titicaca excursie: Puno – Uros – Taquile – Luquina
Na je ontbijt word je bij het hotel opgehaald en naar de haven van Puno gebracht. Vanaf hier vaar je het meer op. Er gaat een Engelstalige gids aan boord mee en je krijgt voor de vorm een zwemvest. We reserveren een wat snellere boot, aangezien het een behoorlijk stuk varen is. Hoewel het koud kan zijn op het water, verbrand je op deze hoogte snel. Dus neem je zonnebrand mee. De eerste stop die je maakt is op een van de drijvende rieteilanden, waar de Uros indianen wonen. Deze kunstmatige eilanden werden oorspronkelijk gebouwd om de oorlogzuchtige Inca’s te ontvluchten, maar tegenwoordig wonen de meeste Uros gewoon op het vasteland. Interessant om te zien, maar eerlijk gezegd ook wel erg toeristisch.
Vanuit de rieteilanden vaar je door naar Taquile eiland, dat bekend staat om zijn kleurrijke textielkunst. De traditionele cultuur is hier net zo levendig als de kleuren van de klederdracht. Aan de kleur en ontwerp van de kleding en mutsen is onder andere te zien of men getrouwd is of niet. Je maakt een wandeling over het eiland en luncht bij een familie thuis.Vanuit de rieteilanden vaar je door naar Taquile eiland, dat bekend staat om zijn kleurrijke textielkunst. De traditionele cultuur is hier net zo levendig als de kleuren van de klederdracht. Aan de kleur en ontwerp van de kleding en mutsen is onder andere te zien of men getrouwd is of niet. Je maakt een wandeling over het eiland en luncht bij een familie thuis.
Terug op het vaste land ga je naar Luquina, aan de rand van het meer. Je slaapt hier vanavond bij je homestay. De meeste reizigers slapen op het toeristische eiland Amantaní. Dus dat maakt je verblijf hier extra bijzonder. Het verblijf is eenvoudig maar het nodige is aanwezig en de mensen zijn heel vriendelijk. De nacht is er koud maar de sterrenhemel maakt veel goed.
Dag 20 – Luquina – Puno
De volgende ochtend kun je helpen bij het dagelijkse leven van deze familie. Je kunt helpen de koeien te melken of mee het water op om vis te gaan vangen voor de lunch. Je kunt je gastheer ook vragen om je het een en ander van de omgeving te laten zien. In de loop van de middag ga je met een bootje terug naar Puno en slaap je weer in hetzelfde hotel als de eerste nacht.
Dag 21 – Puno – Cusco
Reistijd: circa 10 uur inclusief stops
Na een goede nachtrust en uitgebreid ontbijt ga je op eigen gelegenheid (met de riksja als het er nog niet van gekomen is?) naar het busstation. Er zijn verschillende manieren om van Puno naar Cusco te reizen. Wij regelen de comfortabele expresbus voor je, die er ongeveer tien uur over doet. De rit slingert door het imposante Andes gebergte heen en langs diepe kloven. Onderweg maak je enkele stops, onder andere bij een mooie kapel, een oude tempel en een museum. Je gids vertelt je er van alles over. Ook een uitgebreide lunch is inbegrepen.
Aan het einde van de middag kom je in Cusco aan. Je neemt voor een paar sol een taxi naar je hotel. Je posada is knus en heeft een tuin of patio. Het ligt midden in de kunstenaarswijk San Blas, ongeveer vijf minuten per taxi van de centrale Plaza de Armas. Je kunt het ook lopen. Neem op de terugweg gerust een taxi: de straatjes zijn steil en de stad ligt immers op 3300 meter.
Dag – 22 Cusco
Het leuke van San Blas zelf is dat het nog wat meer een woonwijk en minder een toeristenwijk is. In de smalle straatjes, waar net een Daewoo taxi doorheen kan, heb je van verkeerslawaai geen last. Je komt er al lopend verrassende doorkijkjes tegen, cafeetjes en traditionele restaurants.
Hét draaipunt van Cusco is de Plaza de Armas, een van de mooiste pleinen van Peru. In de straatjes erom heen kun je prima winkelen en restaurantjes zijn er volop. In ‘Procuradores’ vind je veel reisbureautjes waar je eventueel nog een tripje kunt boeken. Kijk goed uit en informeer het beste eerst bij de hotelreceptie, veel bureautjes bieden discutabele tours aan van slechte kwaliteit.
Dag 23 – Cusco – korte Inca Trail – Machu Picchu
’s Morgens geef je de bagage die je de komende vier dagen niet nodig hebt af bij de receptie van je hotel. Je wordt naar het treinstation gebracht en om ongeveer 07:30 uur vertrekt je trein. De rit gaat door de bergen, dus tempo zit er niet in. Je kunt op je gemak van het uitzicht genieten. Pas na 11.00 uur kom je aan bij de kilometerpaal waar je de tweedaagse trekking, de ‘Camino Real’, gaat beginnen. Zorg ervoor dat je zelf duidelijk aangeeft aan de conducteur dat je er hier uit wilt. Het is geen station en dus geen standaard stop en je hebt ongeveer 1 minuut om de trein uit te komen. De gids wacht je bij deze kilometerpaal op. Na een briefing van je gids gaat de trekking naar Machu Picchu officieel van start. Je start op ongeveer 2300 meter hoogte met een loopbrug over de Urubamba rivier voor de trekking van ongeveer vier uur. De wandeling is intensief, maar voor een wandelaar met normale conditie goed te doen.
Je loopt langzaam omhoog over de vroegere handelsroute van Cusco naar Machu Picchu en passeert onderweg kleine ruïnes die dienden als rustplaats. Rond het middaguur wordt er gepicknickt in het gras. De vergezichten over het Andes gebergte doen je beseffen waarom de Inca stad pas in 1911 bij toeval ontdekt werd: je voelt je nietig tussen de besneeuwde bergtoppen om je heen. Na de lunch leidt de gids je rond bij de Inca ruïne Winay Wayna en dan loop je de laatste paar kilometer tot de ‘Zonnepoort’ Inti Puncu. Op deze plek heb je een magisch uitzicht over Machu Picchu: in het echt is het toch veel mooier dan op alle foto’s die je er ooit van gezien hebt.
Nu is het nog ruim een uur wandelen voor je daadwerkelijk in Machu Picchu aankomt. De zon staat al wat lager aan de hemel en al wandelend laat je het uitzicht rustig op je inwerken. Bij de ingang van de ruïne staat de bus klaar om je naar Aguas Calientes te brengen. Na een inspannende dag plof je lekker in je bed van een kleine posada in het dorp.
Dag 24 – Machu Picchu – Ollantaytambo
Reistijd: circa 2 uur (per trein)
Vroeg op want voor tien uur zijn er minder bezoekers in Machu Picchu en kun je de ruïnes in rust en stilte bezichtigen. Je geeft je rugzak bij de ingang in bewaring en je gids geeft een 2 uur durende rondleiding langs de ruïnes.
Lopend tussen de overblijfselen van wat ooit een bedrijvige stad moet zijn geweest, krijg je een goede voorstelling van het vroegere leven hier. De landbouwterrassen, tempels, boerenhuizen en opmerkelijke bouwstructuren die gebruikt werden laten zien hoe ontwikkeld de Inca’s toen al waren. Toch is er veel onduidelijk over de oorsprong, functie en de ondergang van Machu Picchu. Nog steeds hebben wetenschappers en archeologen uiteenlopende theorieën over het Inca rijk en geen enkele ervan is ooit bewezen. Wel is zeker dat de Spanjaarden deze stad nooit hebben gevonden en dat pas in 1911 een archeoloog (Hiram Bingham) er bij toeval op stuitte. Je bezoek aan de Machu Picchu duurt tot aan het einde van de ochtend.
De Huayna Picchu (wat ‘jonge bergtop’ betekent) is de berg, gelegen ten noorden van Machu Picchu. Het is mogelijk deze berg te beklimmen. Hiervoor dien je een extra entree te betalen, die wij niet standaard voor je regelen. Wij vonden het uitzicht bergopwaarts richting de zonnepoort namelijk net zo mooi en de meeste van onze reizigers slaan deze pittige klim bergopwaarts over. Wil je de Huayna Picchu graag beklimmen, geef het dan van te voren aan ons door. Net zoals een bezoek aan de Machu Picchu mag namelijk slechts een beperkt aantal reizigers deze berg per dag beklimmen en is tijdig reserveren belangrijk.
Aan het einde van de dag haal je bij de ingang rugzak en medereizigers op en staan bussen klaar die je terug naar Aguas Calientes rijden. Rond half vier stap je op de trein, die rond half zes aankomt in Ollantaytambo. De meeste reizigers blijven zitten tot aan Cusco, maar dit typisch Peruaanse dorpje is jouw eindpunt voor vandaag. Vanaf het stationnetje loop je in tien minuten over een rechte weg naar het dorpje. Er liggen talloze Inca heiligdommen, vandaar de naam van deze vallei. Veel toeristen werpen een snelle blik op het fort in Ollanta en reizen meteen weer door. Ze hebben ongelijk, de rustige sfeer is juist de charme van dit plaatsje en het is leuk hier een nachtje te blijven. Aan de weg ligt de sfeervolle, maar eenvoudige posada met bloementuin waar je vannacht slaapt.
Dag 25 – Ollanta(ytambo) – Urubamba
’s Morgens vroeg heb je vanaf het Incafort van Ollanta een mooi uitzicht over het ontwakende dorpje, de omliggende bergen en de landbouwterrassen. Het fort is de enige vesting van de Inca’s die de Spanjaarden in eerste instantie niet konden veroveren doordat ze vanaf de terrassen doorzeefd werden met pijlen. Wandel daarna eens door het dorp. Wij ontdekten allemaal leuke binnenplaatsjes. De indeling die de Inca’s maakten is bewaard gebleven: het dorp is verdeeld in woonblokken en ieder blok heeft een ingangspoort naar een binnenplaats waar rondom de woningen liggen.
In de loop van de ochtend, ga je naar Urubamba. Op het pleintje van Ollanta staan overdag ‘collectivos’: dit zijn minibusjes die vertrekken zodra er genoeg mensen zijn. Het is een leuke manier om met de lokale bevolking in contact te komen. De rit kost een halve euro en duurt 20 minuten. Bij aankomst op het busstation van Urubamba neem je het beste even een taxi (± 4 sol voor 5 minuten rijden) naar je logeeradres voor vannacht: een kleinschalig en sfeervol verblijf met een mooie tuin en een uitzicht op de omringende bergen. Extra bijzonder is dat de winst gaat naar een aangrenzend project van de Nederlandse Helena. Het biedt onderwijs voor kansarme kinderen en jongen in de vallei. Oudere leerlingen lopen stage in het hotel. Door de sfeer kom je hier helemaal tot rust.
Wij kunnen ervoor zorgen dat een mountainbike (zie optionele excursie onderaan de pagina) wordt afgeleverd bij je hotel. Een leuke manier om deze omgeving te zien. Watervalletjes, spelende honden, lama’s, een sportdagoptocht… je komt van alles tegen. Wij reden naar ruïnes waar nauwelijks toeristen komen en waarvandaan we een prachtig uitzicht hadden over de heilige vallei.
Dag 26 – Urubamba, vrij verblijf – Cusco
Urubamba is een goede uitvalsbasis voor sportieve activiteiten in de Heilige Vallei, maar je kunt vandaag natuurlijk ook in de buurt van het landhuis blijven en rustig aan doen. Je kunt vandaag ook, ’s ochtends of aan het begin van de middag, met een collectivo of lokale bus naar Pisac (1 uur rijden). Op dinsdag, donderdag en zondag is er een grote markt met tientallen kraampjes vol kleden, keramiek, sieraden en andere snuisterijen. Op andere dagen is er een kleinere markt. Als je geen genoeg kunt krijgen van de Inca cultuur: De ruïnes van Pisac (op niet-marktdagen een stuk rustiger) zijn iedere dag te bezoeken. Van het plein van Pisac vertrekken tot 18 uur collectivos en lokale bussen naar Cusco (ca. 1 uur rijden). Ook dit is gemakkelijk zelf te regelen. Ook vanaf Urubamba vertrekken er om 18 uur nog lokale bussen en collectivo’s naar Cusco. Deze doen er 1 uur en 20 minuten over en je bent dan net na donker in Cusco. Hier neem je weer zelf een taxi naar je posada in San Blas.
Dag 27-28 – Cusco – Lima – Amsterdam
Reistijd: circa 1,5 uur (binnenlandse vlucht)
In de loop van de ochtend, afhankelijk van je vluchttijd, check je uit bij je posada in San Blas en ga je naar de luchthaven van Cusco. De vlucht naar Lima duurt een uur en als het onbewolkt is, heb je een prachtig uitzicht over de Andes. Vaak heb je in Lima nog een behoorlijke wachttijd voordat je vlucht naar Nederland vertrekt en dan kunnen we een laatste-dag-toertje voor je regelen. We halen je dan bij de luchthaven op en brengen je naar de leukste kunstnijverheidsmarkt van Lima waar je nog rond kunt struinen tussen de keramieken potjes en felgekleurde kleden. Je wordt weer opgehaald bij Larcomar, een groot en modern winkelcentrum direct aan het strand van Lima waar het altijd gezellig is en je bovendien nog één keer een prachtige zonsondergang in Peru kunt meemaken. Afhankelijk van je vluchtschema land je in de loop van de ochtend weer in Nederland.