Naar boven

Cuba verslag van onze Belgische reizigster Laura

blog

Geschreven op
donderdag 8 december
Geschreven door
Juliette Driel

laura-wyers-trinidadIk maakte samen met mijn vriend een rondreis door Cuba van drie weken, van 8 t/m 30 september 2016. We kwamen aan in Havana, gingen naar Remedios, Camaguey, Holguin, Baracoa, Santiago de Cuba, Santo Domingo in het Sierra Maestra, weer naar Camaguey, passeerden langs Santa Clara, gingen naar Trinidad, Viñales en Cayo Levisa en zo weer naar Havana. Wij vinden het aan te raden om de reis in deze richting af te leggen omdat het oosten minder toeristisch is en je dus een authentieker beeld van Cuba hebt voor je in Trinidad en Viñales tussen de Europeanen en opgevoerde dansshows belandt. We maakten de reis helemaal zelf met de auto en op twee activiteiten na was onze hele reis op voorhand vastgelegd door Cuba Online, onderdeel van Riksja Travel. We kenden reisverhalen van anderen, maar het was voor ons de eerste keer op Cuba.

Bij aankomst in Havana is alles nog nieuw en overweldigend. We weten niet goed wat te verwachten en moeten nog wennen aan de Cubanen en hun gewoontes. Eén daarvan is dat sommige mannen er niet voor terug deinzen de vrouwen op straat openlijk te ‘complimenteren’. Ik voel me nogal snel op m’n ongemak en ben hier dus niet echt mee opgezet. Maar, ik wen eraan en probeer het te kaderen met de uitleg van een van de Cubanen waar we mee spreken: “Cuban men love European women and European men love Cuban girls”. Cubaanse vrouwen hebben een kledingstijl die de aandacht trekt, maar als Europese hebben ze je sowieso gezien. Tja, het is ook allemaal maar bedoeld als een compliment. Verder dan nageroepen of nagestaard worden, gaat het nooit. Dat heeft allicht ook te maken met het feit dat ik overal samen met mijn vriend rondloop. Van meisjes die samen met vriendinnen rondtrokken, horen we dat het gedrag van de Cubanen na een tijd wel storend werd. Hetzelfde gaat op voor de straatverkopers van souvenirs, taxi’s, casa’s of tours. Ja, ze spreken ons aan, maar we wimpelen ze vriendelijk af en ze laten ons met rust. Tegen dat we aan het einde van reis weer in Havana komen, hoor ik het allemaal al niet meer. Verder dan dit gaat het qua onveilig, of eerder gewoon onbehaaglijk gevoel, niet. Ook niet als we bijvoorbeeld in het donker naar onze casa wandelen op straat. Wanneer we in Havana meegetroond worden naar een ‘sigarenverkoper’ in een kamer achteraan een kleine gang in een appartementsgebouw, beseffen we ook wel dat we hier geen zaken moeten doen en laten we vriendelijk weten dat we toch niet geïnteresseerd zijn. We gebruiken gewoon ons gezond verstand: waardevolle bezittingen steken we in de kluis als we die hebben, of dragen we met ons mee als we die niet hebben. Je loopt niet te koop met wat je hebt, je trekt niet de aandacht. We lopen niet alleen rond en gaan niet op zoek naar de groezeligste straatjes. Je doet gewoon hetzelfde als thuis. We horen ook niets van andere toeristen over onveilige situaties en als we de Cubanen mogen geloven ís er ook gewoon erg weinig misdaad in het land.

laura-wyers-natuurWat mij buiten de ‘aandacht’ op straat opvalt, is dat de vrouw ondanks de gelijke rechten die ze officieel heeft nog steeds een traditionele rol inneemt op maatschappelijk vlak. De mannen gaan drinken op café, maar nergens is er een vrouw te bespeuren. Ze trouwen snel en krijgen jong kinderen (wat zich manifesteert in erg hoge echtscheidingscijfers, maar dat is een andere kwestie). De laatste week beslissen we: ik neem al het geld mee en ik regel alles. Maar zelfs dan krijgt mijn vriend altijd de rekening voorgeschoteld, krijgt hij het wisselgeld terug, … Ik heb de reis geboekt en alle vouchers en boekingen staan dan ook op mijn naam, toch wordt hij steevast gevraagd zijn handtekening te zetten. Dat ik de helft van de tijd met de auto rijd is ook niet vanzelfsprekend en trekt de aandacht. Een onafhankelijke, zelfstandige, gelijkwaardige vrouw kennen ze hier toch nog niet – al schuilt het in kleine dingen. Verder komen Cubanen over als rustige en eerder teruggetrokken mensen (dan spreken we niet over die in het toeristische Havana). Ze zullen je zelden zelf komen aanspreken of zich opdringen en zijn doorgaans niet het uitbundige type. De meeste mensen in de stadjes zien er heel gewoon uit, en net zoals in België lopen tienermeisjes in groepjes met hun smartphones rond en hebben de jongens om ter coolste sneakers. In de meer afgelegen gebieden zie je de cowboys of boeren met hun rieten hoeden passeren op hun paarden of karren. De Cubanen zijn gewoon erg hartelijke, vriendelijke mensen en zullen je altijd proberen te helpen. Ja, sommige vragen dan uiteindelijk geld, maar ach, ze kunnen maar proberen. Toeristen zijn vandaag de dag een grote bron van inkomsten. Met onze gidsen raken we vaak wat verder in gesprek, voor zover dat mogelijk is door de taalbarrière. We leren veel bij over elkaars culturen, zoals we op voorhand lezen zijn Cubanen inderdaad nieuwsgierig naar hoe het bij ons gaat.

Echt contact met de lokale vertegenwoordigers van de partners van Riksja Travel hadden we alleen op de vastgelegde momenten bij aankomst op de luchthaven en de eerste ochtend in het hotel. Telkens heel vriendelijke mensen, die voldoende Engels spraken en ons hartelijk verwelkomden. Verder hebben we de lokale contacten niet nodig gehad, wat natuurlijk alleen maar betekent dat onze reis goed voorbereid en gepland werd door het team in Nederland en we geen onverwachte dingen zijn tegengekomen ter plaatse.

laura-wyers-huurautoIk vertelde al dat we ons nooit onveilig voelden als we op straat liepen en dat geldt ook voor als we onderweg waren met de auto. Al hebben we soms gevreesd voor de goede staat van de wagen… Sommige wegen zijn in betere staat dan die in België, andere lijken wel een obstakelparcours. Welke wegen in goede staat zijn en welke niet, daar heb je het raden naar (het is niet zo dat de grotere wegen per definitie beter zijn dan de kleinere). Als je op een mindere weg belandt, kan je ook alleen maar hopen op mooi weer en niet te veel tegenliggers. Dan kan je net als de Cubanen in het midden van de weg rijden (op twee rijstroken dus) omdat je dan minder gaten en hobbels passeert. Ik zou vooral aanraden om te observeren en de Cubanen te ‘volgen’: doe wat zij doen, dat is vaak de beste manier. Je merkt ook wel aan de voertuigen op de weg dat Cubanen plantrekkers zijn: alles is verbouwd en zelf aangepast aan persoonlijke noden, zo opgelost dat ze precies bekomen wat ze nodig hebben. Soms is het niet duidelijk of je iets een bus, een auto of een vrachtwagen moet noemen. Ze hebben wel een redelijk normaal rijgedrag. Net als in België heb je natuurlijk wegpiraten die te snel rijden en weer andere die veel te traag voor je blijven tuffen. De zwakke weggebruikers zijn duidelijk nog steeds ‘koning’ op de weg. Ze kunnen zich al eens roekeloos gedragen omdat ze niet goed opletten. Een auto wijkt voor een voetganger of fietser, niet omgekeerd. Karren worden voortgetrokken door paarden of ossen, allerhande vee staat langs de weg, honden en kippen lopen overal los rond en schrikken niet van een auto omdat ze zo tam zijn. Wanneer er ‘wegenwerken’ aan de gang zijn, staat dat nergens aangekondigd, dus staan er plots werkmannen voor je na een bocht. Je wordt meestal wél op een of andere manier gewaarschuwd als er bijvoorbeeld een cowboy met zijn kudde aan het oversteken is of als er een ongeval gebeurd is verderop. We kregen een wegenkaart toegestuurd en voor zover ik het begrepen heb is dat ook ongeveer de enige beschikbare wegenkaart van het land. Elk ander plannetje dat je kan vinden (op de vouchers, in je gids, op het kaartje van Rex) is een erg welkome hulp om je weg te vinden. Enig oriëntatievermogen is wel een must en we ondervonden dat je niet altijd kan vertrouwen op bijvoorbeeld aangeduide afstanden op de borden langs de weg. Je wilt dus vooral op je bestemming geraken, onderweg niks of niemand van zijn sokken rijden, maar je wilt ook zelf niet in een zogenaamde ‘pothole’ belanden. Samengevat: autorijden in Cuba is een zaak van opperste concentratie. Goed plannen, ruim de tijd nemen en op tijd wisselen van chauffeur is de boodschap (oh ja, ook genoeg benzine tanken, we kunnen er van meespreken). Maar, wij overleefden het drie weken en zo’n 2500 à 3000 km lang zonder ook maar een platte band of een schrammetje. We kunnen ons niet voorstellen dat we de reis niet met de auto hadden gemaakt. Het is misschien ook niet de goedkoopste optie, maar je hebt je eigen vrijheid en je begeeft je tussen de Cubanen. Daarnaast biedt verhuurbedrijf Rex echt wel een volledige verzekering aan en zijn ze over het hele land vertegenwoordigd. Parkeren kan aan de casa’s altijd wel ‘bij een vriend’ of op straat ‘bewaakt door een vriend’ voor een paar CUC. Een 4×4 hadden we misschien wel kunnen gebruiken…

laura-wyers-eten-casaBelgen staan algemeen bekend als bourgondiërs: we houden van lekker eten en dineren. Op voorhand werden we ‘gewaarschuwd’ over de Cubaanse keuken: beperkte keuze en beperkte voorradigheid. Dat viel eigenlijk reuze mee, maar er vallen toch een aantal dingen over te zeggen. Eigenlijk zagen we hier terug wat ik al eerder vertelde over de Cubanen: het zijn plantrekkers. Ze moeten het doen met wat ze hebben. Het onbijt ziet er eigenlijk drie weken hetzelfde uit. Een bordje met verschillende fruitsoorten; een fruitsapje; thee, koffie en melk; broodjes of toastjes; boter en honing; eieren naar keuze. In sommige casa’s kregen we lekkere gebakjes of een soort confituur. Het ontbijt is dus wel uitgebreid en best gezond: een goede start van de dag. Water is voor de toeristen uit flesjes te drinken en krijg je dus nergens zomaar bij, dat moet je kopen. De warme maaltijden verschilden erg van kwaliteit en van prijs. Naar ons gevoel was het goedkoper om in staatsrestaurants te eten (soms was het niet duidelijk in wat voor restaurant we waren), maar was het eten minder lekker. In paladars en in casa’s is het eten veel lekkerder klaargemaakt, je proeft bijna de liefde van de kok. Ze doen met hetzelfde veel meer, en Cubanen zijn creatief in het aantal bereidingen. Maar het eten daar is ook duurder. Als je weet wat de Cubanen voor hun ingrediënten betalen en hoe moeilijk ze er soms aan kunnen raken, hoeft dat niet te verbazen. Duurder wilt dan zeggen dat we voor ongeveer 25 CUC met 2 personen hadden gegeten en gedronken. We kregen bijna altijd: gefrituurde bananenschijfjes, een bordje met koude groenten (tomaat, komkommer, ajuin, avocado), een bordje rijst en vis of vlees. Alleen in de meer toeristische steden Trinidad en Viñales kregen we één bord met alles op, netjes gedresseerd, duidelijk ‘verwesterd’. Wat we ook regelmatig terug zagen in de steden was pizza. Het leek wel de nieuwste hype en een exotische specialiteit voor de Cubanen. Hij is niet helemaal zoals thuis gemaakt, maar we konden hem wel smaken. Desserts hebben ze ook, meestal flan caramel. Hoewel het land cacaoplantages heeft is chocolade een luxeproduct. We eten ook een paar keer een sandwich uit een kraampje naast de weg, dat is extreem goedkoop naar onze normen en gewoon lekker. We blijven wel weg van de geprepareerde broodjes die al klaar liggen en gaan voor de vers belegde optie. We mochten ook een klaargemaakte picknick op de oever van een rivier meemaken een een terrasje met zicht op een vallei of de bergen krijg je er soms zomaar bij – toch ook een grote meerwaarde. Belgen zijn naast bourgondiërs ook bierdrinkers. We hebben in Cuba de keuze uit ‘Cristal’ of ‘Bucanero’ en beiden vallen best in de smaak. Wijn is erg duur en kopen we maar één keer, een fles Spaanse wijn die ook in België te vinden is. Maar, zoals iedereen wel weet, de cocktails zijn heerlijk. Je proeft dat alles kwalitatief en vers is. Ik leerde er een paar nieuwe kennen en zou Canchancharra aanraden, vooral te vinden in Trinidad

laura-wyers-canchancharra-trinidadCuba en zijn Cubanen hebben ons mooie herinneringen gegeven. Een paar dagen na thuiskomst wordt het land getroffen door Orkaan Matthew en herkennen we op foto’s in de media het verwoeste Baracoa waar wij twee weken eerder stonden. We zijn voor onszelf blij dat we op tijd uit het land weg waren, maar denken ook aan de mensen die we daar leerden kennen en die nu opnieuw moeten beginnen. Maar, ze komen er wel, want zoals ik al eerder zei: Cubanen zijn bovenal plantrekkers. Een heel mooie eigenschap als je het ons vraagt. Ze leven ook in een uniek politiek systeem en zijn zich daar bewust van, zeker sinds de aanwezigheid van internet. Een mens wilt altijd wat hij niet hebben kan. Of ze beseffen dat het gras niet altijd groener is aan de overkant, blijft de vraag. Wanneer ik uitleg wat een file is, kunnen ze dat moeilijk begrijpen. Ik denk dat ze het woord deadline nog nooit gehoord hebben. Een opsomming van welke belastingen en verzekeringen wij betalen, doet hun achterover vallen. De eenheid met de natuur, de stilte die zij kennen, zijn ons in ons dagelijkse leven vreemd. De Cubanen willen niets liever dan hun land uit mogen en veel geld komen verdienen in België. Maar, ze vertellen ook over vroeger, toen hun grootouders gewoon stierven gingen als ze hun verzorging niet konden betalen – gezondheidszorg nu voor iedereen toegankelijk is. Ja, ze hebben zeker zorgen, maar hun kinderen gaan gratis naar school, iedereen wordt verzorgd en ze zijn cultureel enorm ontwikkeld. Een rijkdom anders dan de onze, maar waarschijnlijk veel meer waard. Maar het is duidelijk dat de Cubanen houden van hun land en zijn geschiedenis en ze blijven allemaal revolutionairen. We nemen een uitspraak van een van onze gidsen mee naar huis: “It’s Cuba, no problem!”.

Wil je ook Cuba bezoeken? Kijk dan eens bij onze Cuba bouwstenen of ga terug naar het overzicht van alle artikelen

background-pattern