Wat zijn de mooiste eilanden in Indonesië buiten Bali?

Sumatra is ongerept en avontuurlijk. Het eiland ademt avontuur, met tropische regenwouden, vulkanische meren en orang-oetans in het wild. Je vaart per boot over de rivier bij Tangkahan, dwaalt door de jungle van Bukit Lawang en sluit je dag af met een kop koffie bij het Tobameer. De afstanden zijn groot, maar de natuur maakt elke kilometer de moeite waard.

Voor de noordkust van Sumatra ligt Pulau Weh, een afgelegen eiland met een relaxte sfeer. Hier vind je geen beachclubs of feesten, maar hangmatten, snorkelspots en verse vis op het strand. De onderwaterwereld zit vol met kleurrijke vissen en de zonsondergangen zijn ook waanzinnig. Het voelt hier alsof je het einde van de wereld hebt bereikt.

Java is een mooi startpunt als je Indonesië echt wilt leren kennen. Het is druk en levendig in Jakarta, maar je bent ook zó tussen de rijstvelden rond Yogyakarta. Je gaat vroeg je bed uit voor de zonsopgang bij de Bromo-vulkaan, struint langs de tempels van Prambanan en pakt onderweg genoeg lokale eettentjes mee. Op Java zie je in korte tijd veel afwisseling, ideaal als je cultuur, natuur én het dagelijkse leven wilt combineren.

Ver weg van de drukte van Java liggen de Karimunjawa-eilanden: een kleine archipel met witte stranden en helder water. Overdag snorkel je tussen kleurrijke vissen en vaar je van eiland naar eiland. En dan komt het leukste: je eindigt de dag op een onbewoond eiland. Je zet je tent op aan het strand, helpt mee met wat praktische dingen en wie wil kan mee speervissen voor het diner. Simpel, puur en totaal anders dan een standaard nacht in een hotel.

Lombok is stoer en puur. Je reist langs groene heuvels, traditionele dorpen en vulkanen. De stranden zijn ruiger en de sfeer is rustiger dan op Bali. In het noorden torent de Rinjani boven alles uit, terwijl je aan de zuidkust surft of relaxt in kleine vissersplaatsen. Voor de echte avonturiers is de expeditie naar de top van de Rinjani een must! Ben je al eens op Bali geweest? Op Lombok vind je diezelfde sfeer maar dan een stuk rustiger.

Flores is zo’n eiland waar je onderweg steeds denkt: o ja, dit is ook Indonesië. Je rijdt door bergen en langs vulkanische meren, stopt bij lokale markten en maakt makkelijk contact met de mensen die je tegenkomt. En het fijne: na het binnenland eindig je aan zee bij Labuan Bajo. Voor de kust liggen de bekende Komodo-eilanden. Hier stap je op een boot voor een meerdaagse tour langs de mooiste plekken. Je snorkelt er met mant roggen, schildpadden en honderden andere bijzondere vissen. Ook kom je hier oog in oog te staan met de komodovaraan, natuurlijk wel op een veilige afstand.

De Gili-eilanden zijn perfect voor strandliefhebbers. Gili Trawangan is levendig en gezellig, Gili Gede juist kleinschalig en stil. Op alle eilanden vind je kristalhelder water, zand tussen je tenen en de vrijheid van niets moeten. Een plek om je reis af te ronden met een kokosnoot in je hand.

Sulawesi is misschien wel het meest intrigerende eiland van Indonesië. In het zuiden bezoek je de hooglanden van de Toraja, waar indrukwekkende rituelen en traditionele huizen het landschap kleuren. In het noorden ligt Bunaken: een van de mooiste duikplekken van het land. De contrasten maken Sulawesi tot een ervaring die blijft hangen.

Kalimantan is voor natuurliefhebbers die de stilte durven op te zoeken. Je vaart per klotok over brede rivieren, slaapt in eenvoudige junglelodges en spot onderweg apen, vogels en misschien wel een orang-oetan in het wild. Hier voelt reizen nog als ontdekken, met de jungle als decor.