Papegaaiduikers in IJsland – waar en wanneer zijn te zien?

Blog

De papegaaiduiker is het nationale symbool van IJsland. De vogel (ook wel puffin genoemd) oogt schattig met de grote ogen, wat onhandige manier van vliegen en grote oranje snavel. We kunnen ons voorstellen dat je de puffin tijdens je familiereis graag wil zien. Want het is tóch het nationale symbool van IJsland en één van de mus-see's. Hieronder lees je waar je ze het beste spot en ook wat de beste maanden zijn om de papegaaiduikers te spotten.

De papegaaiduiker – de feiten op een rijtje

De papegaaiduiker wordt zo’n 30 cm groot, heeft een vleugelspanwijdte van 50 tot 60 cm en weegt ongeveer 300 tot 700 gram. Ze eten voornamelijk vis, maar ook kreeftjes, wormen en schaaldieren. De papegaaiduiker leeft met name op zee. In de periode dat ie niet op land is, dobbert de papegaaiduiker maar een beetje rond op zee. Ze zijn monogaam en gaan altijd terug naar dezelfde plek. En meer dan de helft van de wereldpopulatie papegaaiduikers gaat naar IJsland. De papegaaiduiker legt elke lente maar één ei. De jonge papegaaiduiker brengt het grootste deel van zijn dag door in het nest, waar hij kleine visjes eet. De ouders zullen het jong verlaten wanneer deze ongeveer 40 dagen oud is. Nieuwsgierigheid naar de rest van de wereld zal ervoor zorgen dat de papegaaiduiker zijn nestje verlaat. Op dat moment loopt, rent en vliegt hij op weg naar de zee waar hij de komende jaren zal leven.

Waar spot je de papegaaiduikers?

Een van de beste plekken om ze te spotten is in Borgarfjördur Eystri, in de Oost-Fjorden. Voor de kust van Borgarfjördur Eystri ligt het schiereiland Hafnarhólmi. Via een trap klim je naar een platform; en daar zie je puffins en andere zeevogels van heel dichtbij. Borgarfjördur Eystri ligt niet aan de ringweg 1 en kan zeker in de wintermaanden wat lastiger te bereiken zijn. Reis je niet zo ver naar het noorden? Dan is de kans groot om ze te spotten bij Vík. Vanaf het Dýrholaey schiereiland heb je niet alleen een prachtig uitzicht over de beroemde zwarte lavastranden van Vík, maar het schiereiland is ook populair bij de puffins om nesten te bouwen. Iets noordelijker ligt Íngólfshöfði, onder Skaftafell. Íngólfshöfði is een klein rotsachtig eiland, ongeveer 1200m lang, 750m breed en 76m hoog. Op een platte kar (achter een tractor) rijd je over het natte zand naar die vogelparadijs. Soms zitten er wel 300.000 puffins, maar je ziet er ook zeekoeten, alken, stormvogels, drieteenmeeuwen en grote jagers.

Wanneer spot je papegaaiduikers?

De beste tijd om ze te spotten is na de lente. De puffins gaan aan land om een nest te bouwen en een eitje te leggen. Dit begint vaak vanaf half mei. Tot ongeveer eind augustus zijn ze aan wal, waarna ze weer terugvliegen naar zee. De uitgebroede jonkies zijn na ongeveer 40 tot 50 dagen ook ‘klaar’ om het nest te verlaten. De beste tijd is dan ook in de zomermaanden.