Hoewel de Canarische Eilanden tot Spanje behoren, voelt het soms alsof je op een ander continent bent beland. Vulkanische landschappen, zwarte stranden en groene bossen wisselen elkaar af. Hieronder vind je een paar voorbeelden van verschillende plekken die je kunt verkennen.
Tenerife: vulkaantoppen en avontuur
Op Tenerife draait het om natuur op grote hoogte. Rond Nationaal Park El Teide wandel je tussen gestolde lava en grillige rotsformaties, met de hoogste berg van Spanje als decor. Voor avontuurlijke reizigers is dit dé plek om de wandelschoenen aan te trekken of met de kabelbaan de vulkaan op te gaan. Slapen doe je in een dorpje aan de voet van het park, ver weg van de massa.
La Palma: traditie en rust
La Palma, ook wel La Isla Bonita genoemd, voelt rustig en authentiek. In historische stadjes als Breña en Santa Cruz wandel je langs kleurrijke balkons, kleine musea en pleinen waar het dorpsleven zich rustig afspeelt. Proef lokaal gemaakte rum of volg een route langs kerken en historische herenhuizen. Een fijne bouwsteen voor cultuurliefhebbers die het eiland graag op hun eigen tempo ontdekken.
Lanzarote: kunst en natuur in balans
Lanzarote is ruig en anders dan de rest. Het eiland is gevormd door vuur en lava, maar voelt verrassend harmonieus. Dat is grotendeels te danken aan kunstenaar César Manrique, die met zijn kunstwerken en bouwwerken het landschap respecteerde én verrijkte. Bezoek zijn woning in een lavatunnel, bewonder uitkijkpunten als Mirador del Río en sluit de dag af aan een zwart zandstrand met uitzicht op de Atlantische Oceaan.