Niet te missen! 5 x toffe activiteiten voor je familiereis naar IJsland
blog
1. Ziplinen bij Vík
Het blijft eigenlijk altijd leuk, tokkelen. Je beleeft het landschap nét weer op een andere manier, dan wanneer je wandelt of autorijdt, is onze ervaring. En je kinderen kennen vaak niet jouw angst, maar genieten juist van die adrenalinekick. Ziplinen in IJsland doe je bij Vík; de kustplaats die bekend staat om de zwarte lavastranden. Net boven Vík vind je groene canyons. Je tokkeltocht begint dan ook met een hike door de canyons – daarna volgen vier ritten, waarvan de langste 240 meter is. Zie je het voor je, hoe je zoeft over het landschap? Het zal best even spannend zijn, die eerste rit, dat je de vaste grond onder je voeten los moet laten, maar geloof me, hierna wil je alleen maar meer. Deze excursie is vanaf 8 jaar en ouder en in totaal ben je ongeveer 1,5 tot 2 uur aan het ziplinen en wandelen.
2. Walvissen spotten
Nergens anders in Europa kun je zo goed walvissen spotten als in IJsland. Maar waar dan? En wat is het goede seizoen? En welke walvissen kun je zien? De állerbeste plek om de walvissen te zien is in (of vanuit) Húsavik, in Noord-IJsland. Deze havenstad staat bekend als dé ‘walvisspot’-plek van IJsland, en zelfs van Europa. Húsavik ligt aan een heel diep fjord, dat in de zomer gevuld is met onder andere haring. En dat vinden de walvissen een lekker hapje. De beste tijd om hier walvissen te spotten is tussen april en oktober, met als topmaand juni. Reis je buiten die maanden, dan zie je met name bultruggen, bruinvissen, blauwe walvissen en witsnuitdolfijnen. Reis je niet naar het noorden? Dan kun je vanuit Reykjavík het fjord op. Ook hier kun je het hele jaar door walvissen spotten, maar ook bruinvissen, dwergvinvissen, dolfijnen en bultruggen worden vaak gespot in het water. Orka’s, ten slotte, zie je het hele jaar door. Dé plek daarvoor is Snaefellsnes, met de beste periode tussen februari en oktober. Kortom: je ziet de wilde dieren het hele jaar door, met de zomermaanden als beste maanden.
3. De watervallen in IJsland
IJsland is het land van vuur, water en ijs. En dat water zie je overal terug tijdens je rondreis IJsland. In de Golden Circle (op een uurtje rijden van Reykjavik) vind je Gulfoss. Het water vanuit de Hvíta-gletsjer rivier stort trapsgewijs in een kloof van wel 2,5 kilometer. Het gebulder is al van ver te horen en je hebt vanaf verschillende platforms elke keer een andere blik op de waterval. De Seljalandsfoss- en Kvernufoss-watervallen liggen wat meer in het zuiden, richting Vík. Deze watervallen zijn bijzonder omdat je achter het water langs kunt lopen, via een mooi wandelpad. De Kvernufoss is de minst bekende; is het druk met toeristen bij de Seljalandsfoss, rijd dan nog een stukje door. De Svartifoss-waterval staat bekend om de zwarte basaltrotsen, waar het water op stort. De Svartifoss ligt in de buurt van Skaftafell en wat ons betreft zeker een bezoekje waard. De mooiste waterval van IJsland? Dat is volgens velen de Skógafoss. Een perfect plaatje, met de groene kliffen waar het water 60 meter naar beneden stort. De Skógafoss vind je op de route tussen de Golden Circle en Vík. En last but not least vind je in het noorden van IJsland de meest krachtige waterval van Europa: de Dettifoss. Meer dan 100 meter breed en 45 meter hoog meet de Dettifoss en via een wandelpad kun je tot dicht bij het natuurgeweld komen.
4. Het gletsjerijs op
De op een na grootste gletsjer van Europa ligt in IJsland, de Vatnajökull. Hoe groot? Groter dan alle gletsjers van Noorwegen én de Alpen bij elkaar en qua oppervlakte vergelijkbaar met de provincies Friesland, Groningen en Drenthe samen. En dat wil je zien. Bind stijgijzers onder, leer om te gaan met een ijsbijl en verken samen met een gids de gletsjer. Al wandelend, of klimmend, wat je wil. Onderweg zie je de scheuren in de gletsjer, wandel je langs smeltwater en zie je ijsholen met ver beneden je de kenmerkende diepblauwe kleur. Wil je ín het ijs? Ook dat kan, zodat je van binnen ziet hoe het gletsjerijs er precies uit ziet. Onderaan de gletsjer ligt het Jökúlsarlon-gletsjermeer. Het ijs schuift beetje bij beetje naar beneden en smelt eenmaal onderaar. Vandaar het meer. IJsbrokken (wat wit en grijs ijs tot blauw) drijven hier rond en komen uiteindelijk bij onder andere Diamond Beach aan land. Daar liggen het ijs op het zwarte zand te schitteren in de zon.
5. De papegaaiduikers
Hét symbool van IJsland, deze schattige vogels met het zwart met witte veren, oranje snavel en grote ogen. Ongeveer 60% van het totaal aantal puffins wereldwijd komt tussen medio mei en eind augustus naar IJsland. Ze bouwen een nest op één van de kliffen in een hol en blijven aan land tot ze uitgebroed zijn. Reis je in de zomer dan is de kans groot dat je ze gaat zien. Waar je ze het beste kunt zien? In Borgafjördur Eystri, in de Oost-Fjorden. Deze regio wordt bovendien vaak overgeslagen, dus het is geen probleem om ze hier voor je camera te krijgen. Reis je niet zo noordelijk? Pak dan vanuit Vík de auto naar het schiereiland Dyrhólaey – je hebt hier niet alleen een prachtig uitzicht over de zwarte lavastranden, maar op de rots vliegen de puffins af en aan. Reis je echt van het gebaande pad en verken je de West-Fjorden? Ga dan wandelen op de 14 km lange klif van Látrabjarg. Ook hier zijn de puffins te zien tussen mei en augustus. Vanuit Skaftafell, ten slotte, kun je achter een tractor op een platte kar naar een uniek natuurgebied bij Ingólfshöfði. Wandelen en vogels bekijken, waaronder de puffins, maken dit een bijzondere excursie.
