Alle tijd voor trail en vallei

Dag 1 – Cusco – Urubamba

‘s Morgens geef je je bagage die je niet nodig hebt af bij de receptie van je hotel in Cusco. Vandaag start namelijk je reis door de heilige vallei met als eindpunt Machu Picchu. Vanaf ’s ochtends vroeg vertrekken er collectivo’s of lokale bussen naar Urubamba. Wij vonden het erg leuk om een keer via deze manier naar de dorpjes in de heilige vallei te reizen. Voordat je meteen door reist naar Urubamba, kun je een tussenstop maken in het marktplaatsje Pisac. De ruïnes van Pisac, bijna net zo mooi als Machu Picchu en op niet-marktdagen lekker rustig, zijn iedere dag te bezoeken. Op dinsdag, donderdag en zondag is er markt in Pisac met tientallen kraampjes vol kleden, keramiek, sieraden en andere snuisterijen. Op andere dagen is er een kleinere markt. Van het plein van Pisac vertrekken tot 18.00 uur collectivos en lokale bussen naar Urubamba (1 uur rijden, US$ 1,’p.p.). Ook dit is goed zelf te regelen.

Dag 2 – Urubamba  – Ollantaytambo

Ollanta en Urubamba liggen in de Sacred Valley tussen Aguas Calientes en Pisac. Er liggen talloze Inca heiligdommen, vandaar de naam van deze vallei.

Vanuit Urubamba reis je vandaag in ongeveer drie kwartier op eigen gelegenheid per collectivo of taxi naar Ollantaytambo. Besluit zelf of je in de ochtend of in de middag vertrekt. Wij kunnen ervoor zorgen dat een mountainbike (zie optionele excursie onderaan de pagina) wordt afgeleverd bij je hotel. Een leuke manier om deze omgeving te zien. Watervalletjes, spelende honden, lama’s, een sportdagoptocht… je komt van alles tegen. Wij reden naar ruïnes waar nauwelijks toeristen komen en waarvandaan we een prachtig uitzicht hadden over de heilige vallei.

Dag 3 – Korte Inca trail

Vandaag vertrekt je trein naar het startpunt van de tweedaagse trekking, de ‘Camino Real’. Je stapt uit bij de kilometerpaal die gebruikt wordt als startpunt van de trekking. Geef zelf duidelijk aan bij de conducteur dat je er hier uit wilt, het is namelijk geen station en hierdoor geen officiële stop. Je hebt ongeveer een minuut de tijd om de trein de verlaten. Hierover krijg je meer uitleg tijdens je verblijf in Cusco. De gids zal op je staan te wachten bij de kilometerpaal.

Na een toiletstop en een korte briefing van je gids gaat de trekking naar Machu Picchu officieel van start. Je begint op ongeveer 2300 meter hoogte met een loopbrug over de Urubamba rivier. Het pad is voor beginnende bergwandelaars ook goed te doen. De eerste paar uur klim je trapsgewijs langzaam omhoog over de vroegere handelsroute van Cusco naar Machu Picchu. Je passeert onderweg kleine ruïnes die dienden als rustplaats. Rond 13.00 uur – je hebt dan ongeveer drie uur gelopen – kom je aan bij de Incastad Winay Wayna, een ruïne tussen recent blootgelegde Incaterrassen. Hier kun je je spullen wegzetten en uitrusten.

Na dit uitzichtpunt is het nog ruim een half uur dalen voordat je daadwerkelijk in Machu Picchu aankomt. De zon staat al wat lager aan de hemel en je laat de eerste indrukken van het uitzicht op je inwerken. Na een tijdje ga je naar de ingang van de ruïne, waar de bus klaarstaat om je naar Aguas Calientes te vervoeren: een toeristisch dorpje met veel kleine restaurantjes. Als je zin hebt, kun je nog naar de warm water baden waar het stadje naar is genoemd. Na de intensieve dag plof je lekker in je bed in een kleine posada in het centrum van het dorp.

Lopend tussen de overblijfselen van wat ooit een bedrijvige stad moet zijn geweest, krijg je een goede voorstelling van het vroegere leven hier. De landbouwterrassen, tempels, boerenhuizen en opmerkelijke bouwstructuren die gebruikt werden laten zien hoe ontwikkeld de Inca’s toen al waren. Toch is er veel onduidelijkheid over de oorsprong, functie en de ondergang van Machu Picchu. Nog steeds hebben wetenschappers en archeologen uiteenlopende theorieën over het Incarijk en geen enkele ervan is ooit bewezen

Wat er zich hier precies afgespeeld heeft en waardoor de stad tot een verlaten ruïne is geworden zal dan ook altijd wel een raadsel blijven. Wel is het zeker dat de Spanjaarden deze stad nooit hebben gevonden en dat pas in 1911 een archeoloog (Hiram Bingham) er bij toeval op stuitte.

Je bezoek aan de Machu Picchu duurt tot aan het einde van de ochtend. Daarna haal je bij de ingang je rugzak weer op en staan er bussen klaar die je terug naar Aguas Calientes rijden. Het is er heel gezellig, maar je bent er ‘s middags dus niet alleen. Langs de treinrails staan overal souvenirstalletjes. Je kunt er nog wat rondkijken en een hapje eten voordat je om ongeveer 15.30 uur op de trein stapt naar Cusco.